geestdodend

Dutch

Etymology

From geest +‎ dodend.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

geestdodend (comparative geestdodender, superlative geestdodendst)

  1. mind-numbing

Declension

Declension of geestdodend
uninflected geestdodend
inflected geestdodende
comparative geestdodender
positive comparative superlative
predicative/adverbial geestdodend geestdodender het geestdodendst
het geestdodendste
indefinite m./f. sing. geestdodende geestdodendere geestdodendste
n. sing. geestdodend geestdodender geestdodendste
plural geestdodende geestdodendere geestdodendste
definite geestdodende geestdodendere geestdodendste
partitive geestdodends geestdodenders